Michiel Kolff vervult binnen het bestuur van SUN Nederland drie rollen: naast algemeen bestuurslid is hij lid van de HR-commissie en lid van de Financiële commissie. Samen met zijn vrouw Femke, een dochter van 14 jaar en een zoon van 11 jaar woont hij in Haarlem.
Vanaf jongs af aan heb ik van huis uit meegekregen dat het belangrijk is om je steentje bij te dragen aan de maatschappij. Dat kan natuurlijk op verschillende manieren. Vaak kwamen er vanzelf dingen op mijn pad om er op een praktische manier invulling aan te geven. Na mijn studie in Utrecht verhuisde ik naar Amsterdam en hoorde ik via via dat er vrijwilligers werden gezocht bij Medisch opvanghuis “De Kruispost”. De Kruispost biedt medische en psychosociale zorg aan mensen die via de reguliere kanalen geen hulp kunnen vinden. De patiënten die gebruikmaken van de Kruispost zijn onverzekerden, onverzekerbare (uitgeprocedeerde) asielzoekers, ongedocumenteerden en dak- en thuislozen. Een paar jaar heb ik hier wekelijks als receptionist (en manusje van alles) geholpen en dit heeft veel indruk op mij gemaakt. Hier is denk ik mijn interesse voor armoedeproblematiek ontstaan.
Niet veel later ben ik ook in een vermogensfonds actief geworden als bestuurslid. Dit fonds heeft als doelstelling te helpen bij de bestrijding van (stille) armoede. Als bestuur wilden wij de werkwijze van het fonds moderniseren, waarvoor we het advies van SUN Nederland hebben ingeroepen. Onder kundige begeleiding van SUN Nederland hebben wij inderdaad een nieuwe aanpak kunnen introduceren die zowel voor het fonds als voor de aanvragers een gunstig effect had. Een traject dat ik ook collega-vermogensfondsen kan aanraden als zij vragen hebben over hun werkwijze in relatie tot urgente noden in Nederland anno 2022. Door onze samenwerking zag ik welke mooie dingen SUN Nederland doet en welke ambities de organisatie heeft. Daar wilde ik graag via het SUNN-bestuur een bijdrage aan leveren. Een eervolle taak!
In Nederland zijn veel zaken uitstekend geregeld, maar toch leeft een aanzienlijke groep mensen op of onder het sociale minimum. Als kinderen opgroeien onder dergelijke omstandigheden blijkt het voor hen zeer moeilijk om zich te kunnen ontworstelen aan die moeilijke situatie. Daarom vind ik dat iedereen in Nederland toegang moet krijgen tot bepaalde (basis)voorzieningen. Dat is mijn belangrijkste drijfveer.
De afgelopen jaren zien wij natuurlijk een groeiende kloof ontstaan tussen verschillende groepen in de maatschappij. De samenleving wordt steeds ingewikkelder en de vergrijzing neemt verder toe. Hierdoor ontstaat een steeds grotere groep mensen die het moeilijk heeft om mee te komen. We kennen de recente voorbeelden waarbij de overheid uit de bocht is gevlogen bij de behandeling van kwetsbare groepen, bijvoorbeeld bij slachtoffers van de toeslagenaffaire. Dit laat op een pijnlijke wijze zien hoe complexe wet- en regelgeving, het gebrek aan flexibiliteit en executiekracht in combinatie met digitalisering kan leiden tot grote schade. Maar het is mijns inziens te makkelijk om het oplossen van moeilijke vraagstukken alleen aan de overheid over te laten. Nederland heeft een rijke historie waarbij al eeuwenlang een belangrijke rol is weggelegd voor private weldoeners, stichtingen en religieuze instellingen bij de bestrijding van armoede. Er is en blijft wat mij betreft dus behoefte aan andere partijen om te participeren in het systeem, om enerzijds een vangnet te bieden en anderzijds de dialoog te voeren over hoe zaken beter kunnen worden ingericht.
Daarom spreekt de formule van noodhulpbureaus mij ook zo enorm aan. De publiek-private samenwerking op lokaal niveau is een ijzersterk concept, dat bovendien toekomstbestendig is. Nu er steeds meer (zorg)taken bijkomen voor lokale bestuurders, zal goed ingerichte eerstelijns noodhulp op gemeentelijk niveau cruciaal blijven. Bovendien geeft het op een goede manier invulling aan vaak complexe vraagstukken, die niet op afstand kunnen worden beoordeeld en opgelost. De professionele medewerkers van een noodhulpbureau kennen de situatie en hebben toegang tot de lokale overheid en maatschappelijk werk in de omgeving. Dat blijkt een uitstekende manier te zijn om hulpvragen doeltreffend en snel af te handelen.
SUN Nederland is daarnaast een partij die bij uitstek op landelijk niveau de verbinding kan maken tussen publieke en private initiatieven. Met de kennis die wij op landelijk niveau hebben op het gebied van urgente noden kunnen wij met beleidsmakers in gesprek over wat wij zien gebeuren en welke verbetervoorstellen wij hebben voor het bestaande beleid.
Er is een aantal onderwerpen waar SUN Nederland de komende jaren in mijn optiek de nadruk op moet leggen. Ten eerste moet SUN Nederland zich blijven inspannen om tot een landelijk dekkend netwerk van noodhulpbureaus te komen. Wij bereiken nu al mensen in 100 gemeenten maar er is nog een lange weg te gaan, waarbij wij hopelijk een versnelling kunnen realiseren in het oprichten van nieuwe noodhulpbureaus. Ten tweede kan SUN Nederland nog meer een inhoudelijke sparringpartner worden binnen het speelveld van het sociale domein in brede zin. Denk aan het Datadashboard Urgente Noden, dat wij gezamenlijk met de lokale noodhulpbureaus ontwikkelen. De dataverzameling in het Dashboard Urgente Noden is een waardevolle informatiebron voor de dialoog met andere stakeholders. Diepgaand inzicht in specifieke problematiek is immers het juiste vertrekpunt om gezamenlijk tot betere oplossingen te komen. Daarnaast zijn we bij SUN Nederland bezig met het optuigen van een project voor Jongvolwassenen, een groep met urgente noden waar wij specifiek aanbod voor willen creëren. Kortom: er is werk aan de winkel! Hier zal ik mij de komende jaren met veel plezier voor inzetten!